- door Gerard Kessels -
Gerard Kessels was
jarenlang correspondent in Rome.
Thans is hij columnist van De Limburger.
|
In Rome logeer ik bij de Kleine Zusters van de Heilige
Familie. De naam suggereert dat er ook nog grote zusters zijn maar zo’n langere
versie heeft de kerk nog niet opgeschrikt. De kerk is een mannenbolwerk en
heeft zijn zusters graag klein.
Het gasthuis van de Kleine Zusters heet Paulus de Zesde. Ik herinner mij deze paus als een broodmagere man. Bij helder weer kon je dwars door hem heen kijken. Geheel in de geest van de naamgever is er dan ook geen ontbijt en doen de nonnen ook verder niet aan eten, althans niet voor hun gasten. Het huis, net buiten de muren van het Vaticaan, is uitsluitend gericht op de overnachting van pelgrims. Maar uiteraard kunnen ook heidenen in deze eenvoudige omgeving terecht, al zal dit niet het eerste adres in Rome zijn voor discogangers.
De kamers zijn sober, maar alles is spic en span. De prijs van het logies is zacht, de bedden zijn hard. De boetedoening begint al in de slaap. Dat tikt lekker aan.
De kleine apparaatjes die aan het menselijk lichaam zijn vastgegroeid, hebben het hier lastig. Contact met de Heer verloopt soepeler dan met het thuisfront. Devotie gaat de nonnen beter af dan wifi.
Nog nooit heb ik Rome zo vol gezien. September was altijd al een populaire maand, maar sinds het nieuwe idool, paus Franciscus, de armoede en de soberheid preekt, wordt de Romeinse horeca slapend rijk. En overal militairen met zware geweren, want Allah heeft de laatste tijd een hekel aan Jezus. De procedure die vooraf gaat aan het betreden van de Sint Pieter, verschilt niet van die van het inchecken voor een Boeing. Wachten, wachten, tot je half uitgekleed door het poortje kunt.
Bij de militairen zie ik ook Italiaanse alpenjagers in hun prachtige uitdossing. De Italianen hebben weinig oorlogen gewonnen, maar ze hadden wel altijd de mooiste uniformen.
Het gasthuis van de Kleine Zusters heet Paulus de Zesde. Ik herinner mij deze paus als een broodmagere man. Bij helder weer kon je dwars door hem heen kijken. Geheel in de geest van de naamgever is er dan ook geen ontbijt en doen de nonnen ook verder niet aan eten, althans niet voor hun gasten. Het huis, net buiten de muren van het Vaticaan, is uitsluitend gericht op de overnachting van pelgrims. Maar uiteraard kunnen ook heidenen in deze eenvoudige omgeving terecht, al zal dit niet het eerste adres in Rome zijn voor discogangers.
De kamers zijn sober, maar alles is spic en span. De prijs van het logies is zacht, de bedden zijn hard. De boetedoening begint al in de slaap. Dat tikt lekker aan.
De kleine apparaatjes die aan het menselijk lichaam zijn vastgegroeid, hebben het hier lastig. Contact met de Heer verloopt soepeler dan met het thuisfront. Devotie gaat de nonnen beter af dan wifi.
Nog nooit heb ik Rome zo vol gezien. September was altijd al een populaire maand, maar sinds het nieuwe idool, paus Franciscus, de armoede en de soberheid preekt, wordt de Romeinse horeca slapend rijk. En overal militairen met zware geweren, want Allah heeft de laatste tijd een hekel aan Jezus. De procedure die vooraf gaat aan het betreden van de Sint Pieter, verschilt niet van die van het inchecken voor een Boeing. Wachten, wachten, tot je half uitgekleed door het poortje kunt.
Bij de militairen zie ik ook Italiaanse alpenjagers in hun prachtige uitdossing. De Italianen hebben weinig oorlogen gewonnen, maar ze hadden wel altijd de mooiste uniformen.
No comments:
Post a Comment