- door dr. Huub Eve rs-
Huub Evers is media- Fontys Hogeschool Journalistiek Media Study Group. |
Dit jaar won de Turkse fotograaf Burhan Ozbilici met zijn foto waarop de politieagent te zien is die de Russische ambassadeur bij de opening van een fototentoonstelling in Ankara heeft doodgeschoten. De jury bekroonde deze „explosieve foto die echt de haat van onze tijd weergeeft.”
We leven in een beeldcultuur. Beelden vertellen hun eigen verhaal op een veel indringende manier dan woorden. Heel vaak, ook dit jaar weer, staan foto’s van geweld, schokkende gebeurtenissen en gruweldaden centraal. Waar zijn die beelden functioneel en waar schieten zij hun doel voorbij en worden ze sensatie?
Met de komst van televisiebeelden veranderden de normen en verschoven de grenzen. Het tonen van dode lichamen werd de gewoonste zaak van de wereld. Er trad een zekere verharding op in het karakter van het nieuwsaanbod en dit werkte op de lange duur een vervlakking bij de kijkers in de hand. Veel mensen worden niet meer zo snel geschokt: de gruwelijke werkelijkheid dreigt daardoor een televisiewerkelijkheid te worden.
De meeste dagbladredacties voeren bij de keuze van beelden over geweld en gruwelijkheden een terughoudend beleid. Ze realiseren zich dat een foto vaak een nóg indringender effect kan hebben dan de vluchtige televisiebeelden. Voorop moet staan dat de feiten zo zorgvuldig mogelijk worden gemeld. Een foto moet ofwel daaraan iets toevoegen, ofwel op zichzelf een functie hebben. Wanneer bij de lezer een proces van gewenning aan schokkend nieuws plaatsheeft, mist de krant haar doel, namelijk informeren. Gruwelijkheden in de krant moeten mensen ráken, niet alleen schokken.
Die zorgvuldigheid proberen journalisten te realiseren door terughoudend te zijn bij het publiceren van schokkende beelden. Dat doen ze door criteria te hanteren voor het al dan niet plaatsen van dergelijke foto’s. Een argument om publicatie van schokkend beeldmateriaal te rechtvaardigen is, dat één enkel gruwelijk beeld een ramp beter duidelijk kan maken dan het meest gedetailleerde ooggetuigenverslag. De verschrikkingen van oorlogsgeweld of terreur zijn juist door de fotojournalistiek vaak van hun abstracte karakter ontdaan met verstrekkende gevolgen voor de wereldopinie.
Bovendien kan een redactie het belangrijk vinden dat de verschrikkelijke gebeurtenissen in volle omvang worden getoond. Alleen op deze manier, met een wakker geschudde publieke opinie, worden de autoriteiten gedwongen gepaste maatregelen te nemen die moeten voorkomen dat een tragedie opnieuw gebeurt. De fotojournalistiek heeft het vermogen mensen de ogen te openen.
Het kan anderzijds ook zeer kwalijk zijn wanneer gruwelijke foto’s niet worden gepubliceerd, omdat daardoor misstanden en wanpraktijken verhuld blijven.
Een laatste argument om schokkende beelden te publiceren is dat ze deel uitmaken van de beschikbare informatie waarop het publiek in alle onderdelen recht heeft: nieuws is nieuws.
Tegenover al deze argumenten staan ook redenen om schokkende beelden juist niet te publiceren. Een eerste reden is dat bij afschuwelijke rampen de feiten voor zich spreken. Daar hoeven geen schokkende foto’s meer aan toegevoegd te worden. Je moet je als fotoredactie voortdurend afvragen of het nodig is om de lezers of kijkers deze afschuwelijke beelden te laten zien; voegen ze wezenlijk iets toe? Zijn er minder schokkende beelden die hetzelfde zeggen?
Een tweede reden is gelegen in het respect voor de privacy van slachtoffers en nabestaanden: elk mens heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, zeker in momenten van doodsnood of wanneer iemand zwaargewond op de grond ligt. In hoeverre is er de kans dat betrokkenen kunnen worden geïdentificeerd? En in hoeverre bestaat er het risico van het onnodig leed toebrengen aan de nabestaanden? Het tonen van schokkend beeldmateriaal mag geen doel op zichzelf worden door slachtoffers van ongelukken of misdrijven zonder redelijke functionele betekenis te tonen.
Wanneer het gaat om ernstige conflicten die veel slachtoffers eisen, kan dat een argument zijn om daar in beelden aandacht aan te besteden. De redactie moet de context kennen waarin de foto werd gemaakt. Wanneer dat niet zo is en er is onduidelijkheid over wat er aan de hand is en wat op de foto te zien is, kan dat een argument zijn om die foto niet te publiceren. Dat is ook het geval wanneer slachtoffers niet respectvol worden afgebeeld en wanneer de beelden als sensationeel of afstotend worden ervaren.
De beeldethiek is een lastig onderwerp: harde criteria zijn er niet.
hjevers4@kpnmail.nl